"Wat is het beste model voor Cline?" is de verkeerde vraag. De juiste vraag: Welk model past het beste bij JOUW specifieke taken? Hier is hoe je modellen kunt kiezen op basis van wat er echt toe doet:
Benchmark scores vertellen niet het hele verhaal. Een model dat uitblinkt in coding benchmarks kan falen bij het gebruik van MCP-tools. De effectiviteit in de echte wereld hangt af van: - Vereisten voor toolintegratie - Jouw specifieke workflows - Behoeften aan contextbeheer
Snelheid versus verfijning afweging: Snelle modellen (lite/nano/flash): - 100+ tokens/seconde - Geweldig voor iteratie - Snelle oplossingen Vlaggenschipmodellen: - 20-50 tokens/seconde - Complex redeneren - Architectuurbeslissingen Stem de snelheid af op uw workflowbehoeften.
Contextvensters zijn belangrijk voor verschillende taken: Klein (8K-32K): - Bugfixes - Bewerking van enkele bestanden Medium (32K-256K): - Functontwikkeling - Refactoring van meerdere bestanden Groot (256K+): - Verkenning van de codebase - Systeemarchitectuur Cline toont je gebruik in realtime.
Taakgestuurd selectiekader: 1. Bepaal je prioriteiten (snelheid/kosten/kwaliteit) 2. Test modellen op JOUW daadwerkelijke taken 3. Sla voorkeuren op per type werk 4. Wissel modellen op basis van vereisten De flexibiliteit om te wisselen is jouw superkracht.
470