Vandaag zong mijn kerk deze woorden: Sta op weer, gij leeuwenharten, heiligen van de vroege christenheid. Waar is uw kracht vertrokken, waar is uw martelaarschap heen? Zie, de licht van de liefde is op hen, de vlam van de glorie op hen En hun wil om te sterven tempert, zelfs de heer en prins van de hel. Dit zijn de mannen die door angst niet zijn geschokt, die gevaar moedig onder ogen zien; Deze zijn niet door betoverende lust genomen, lust die naar ijdelheid lokt. Te midden van het gebrul en gerammel van tumultueuze strijd Stijgen zij in verlangen boven alles uit wat de aarde hen zou laten liefhebben. Groot van hart, zij kennen geen omkering, eer, goud lachen zij uit. Blus de verlangens binnenin hen die branden, door geen aardse passie verscheurd. Te midden van het gebrul van de leeuwen, stromen lofzangen uit, Vrolijk nemen zij hun stand op het bloedige zand van de arena. Wilde God dat ik zelfs, zoals de gemartelde heiligen van weleer, Met de helpende hand van de Hemel, standvastig zou staan in dappere strijd! O mijn God, ik bid U, in de strijd steun mij. Verleen dat ik altijd loyaal, standvastig en trouw aan U mag zijn. — Rust in vrede Charlie Kirk, Christelijke Martelaar.