"Het is niet de criticus die telt; niet de man die wijst op hoe de sterke man struikelt, of waar de dader van daden het beter had kunnen doen. De eer behoort aan de man die daadwerkelijk in de arena is, wiens gezicht is verbrand door stof en zweet en bloed; die dapper strijdt; die fouten maakt, die keer op keer tekortschiet, omdat er geen inspanning is zonder fout en tekortkoming; maar die daadwerkelijk probeert de daden te verrichten; die grote enthousiasme kent, de grote toewijding; die zichzelf besteedt aan een waardige zaak; die op zijn best aan het eind de triomf van hoge prestaties kent, en die op zijn slechtst, als hij faalt, tenminste faalt terwijl hij groot durft, zodat zijn plaats nooit zal zijn bij die koude en timide zielen die noch overwinning noch nederlaag kennen." - De Man in de Arena, uit de toespraak van Theodore Roosevelt "Burgerschap in een Republiek," gehouden op 23 april 1910, aan de Sorbonne, Parijs.
3,68K