"Twee dagen geleden loop ik het water in, en twee dames uit Oekraïne, uit mijn geboortestad, zeggen: 'Kapitein. Oh, Kapitein.' Toen vragen ze me hoe oud ik ben. Ik zeg tegen hen, raad eens; en een van hen geeft me 55-60. De ander geeft me 60-65. Dus zeg ik tegen hen, en ik zeg dit tegen jou: Op 1 januari, als God het wil, word ik 87. Vandaag heb ik problemen met mijn knie, maar twee jaar geleden kon ik naar Coney Island zwemmen en terug. Ik vertel je mijn geheim. Elke dag—één shot vodka. Eén shot, niet meer. Elke winter—skiën. Elke zomer—voetballen, hier op het strand. En je moet werken. Werken houdt je op de oppervlakte van het leven. Zonder werk zink je weg in je gedachten: 'Ik vind dit niet leuk, ik wil dit niet, ik kan dit niet.' Je zult daar verdrinken. Dus je moet werken. Niets om rijk van te worden, maar genoeg om op de oppervlakte te blijven."